Ben je geïnteresseerd in Design Thinking maar twijfel je nog om eraan te beginnen? Weet je niet of je nou sceptisch of enthousiast moet zijn, dan helpt ons artikel je om wat de zaken op een rijtje te zetten. Wat is Design Thinking en welke 5 fasen horen daar eigenlijk bij? Pas de 3 best practices toe en vermijd valkuilen die we in dit artikel uitdiepen. Zo is de kans dat Design Thinking voor jouw organisatie slaagt, een stuk groter.
In dit artikel vind je dus:
1. Onze definitie van Design Thinking
We kennen en gebruiken allemaal het woord “design”. Toch hebben we soms moeite om er de juiste definitie aan te geven en wordt het in veel verschillende contexten gebruikt. Als slachtoffer van zijn eigen succes, is de uitdrukking “Design Thinking” in de categorie van de buzzwords terechtgekomen. Inmiddels wordt het lukraak gebruikt en heeft iedereen zijn beeld. Sterker nog, sommige bedrijven willen er niet eens meer over horen …
Terug naar de basis. Wat is het nou écht? Het woord “design” in Design Thinking heeft alles te maken met concepten. We zouden “Design Thinking” kunnen vertalen als een probleemoplossende methode voor het bedenken, ontwikkelen en toetsen van concepten door prototypes. Waarbij klantbehoefte en klantwensen centraal staan.
Bij Wemanity gebruiken we de volgende definitie: Design Thinking is een andere manier van denken om complexe problemen te toetsen en op te lossen met innovatieve ideeën, gericht op de klant.
2. Design Thinking: een methode met 5 fasen
De methode is ontstaan in de jaren 70 en 80 (zonder direct een naam te hebben), werd getheoretiseerd en gestructureerd, en de werkwijze verspreidde zich. Het was vooral het adviesbureau IDEO (opgericht door David Kelley en Tim Brown in 1991) dat de drijvende kracht hierachter was. Het universele karakter van de methode (toepasbaar op elk type organisatie, project, product, dienst of sector) heeft in hoge mate bijgedragen tot het wereldwijde gebruik.
Volgens de auteurs en bedenkers varieert het aantal fasen. Het is vooral de logica van deze methode die belangrijk is: een afwisseling van divergeren en convergeren bij bedenken en toetsen van ideeën.
Wij gaan dieper in op de 5 fasen van Design Thinking volgens IDEO. De methode ‘double diamond’ heeft er overigens vier, maar ook deze maakt in de aanpak gebruik van divergeren en convergeren in de aanpak.
De 5 fasen van Design Thinking
Fase 1: Empathie
De “empathie” fase dwingt ons om ons open te stellen voor de doelgroep die we voor ogen hebben. Dit houdt in dat we ons in anderen verplaatsen om hun problemen te begrijpen en aan te voelen. Om dit te doen gaan we eropuit en ontmoeten, observeren en spreken we onze doelgroep in de dagelijkse praktijk. Niet zomaar iedereen: maar (potentiële) klanten of (toekomstige) gebruikers van het product of de dienst. Door observeren en interviewen verzamelen we hun behoeften, verwachtingen en uitdagingen. Dit zonder meteen al een oordeel te vormen. Het gebruik van verschillende methoden, die complementair zijn aan elkaar, door een multidisciplinair team, zal de waargenomen feiten bevestigen en de risico’s van subjectieve interpretaties en persoonlijke voorkeuren tot een minimum beperken.
Fase 2: Definiëren
De volgende (convergerende) fase is bedoeld om te analyseren wat in fase 1 is geconstateerd, opgevallen en verzameld. Het is de doelstelling om dat waar we ons op willen richten te verkleinen, focus te bepalen en het op te lossen probleem nauwkeurig te definiëren. De formulering moet beknopt zijn (een zin of een vraag) en toch begrijpelijk voor iedereen. Dus ook voor iemand die niet vertrouwd is met het onderwerp; zelfs een kind moet het begrijpen.
Je kunt bijvoorbeeld ‘het probleem’ aan de muur ophangen, zodat het duidelijk zichtbaar is. In latere fasen kunnen we er dan makkelijk op terugvallen, naar verwijzen of met nieuwe inzichten aanscherpen.
Fase 3: Idee vorming
Uitgaande van de probleemdefinitie in de vorige fase, zullen we onze creativiteit aan het werk moeten zetten. Zo veel mogelijk verschillende ideeën voor oplossingen (divergeren) bedenken. Het collectief van een multidisciplinair ontwerpteam en elkaar inspireren doet wonderen in deze fase.
Na de presentatie van het onderwerp, de uitkomsten uit de eerdere fasen zoals de observaties en probleemdefinitie, gaat het ontwerpteam in een workshop aan de slag om gezamenlijk ideeën te genereren.
Een facilitator leidt de workshop waarbij participatie, creativiteit en positiviteit wordt aangemoedigd. Dit zodat iedereen zich vrij kan uiten en ideeën van anderen kan oppikken. Maar ook zodat er geen oordeel of kritiek binnensluipt om het generen van ideeën te beperken.
Fase 4: Prototype
Na de workshop ideevorming raden we aan om de naar voren gebrachte ideeën te verwerken en om te zetten naar een eenvoudig en laagdrempelig resultaat. Het ontwerpteam zal de geproduceerde resultaten en input verder moeten aanscherpen, herformuleren en vormgeven. Vervolgens kunnen de beste ideeën worden geselecteerd om deze concreet te maken met een prototype.
Dit prototype kan van alles zijn: een plan, een model, een voorstel, een schaalmodel en wireframes (voor een digitaal product). Alles wat het concept meer echt maakt en vooral: testbaar voor de doelgroep! In tegenstelling tot wat men denkt, kunnen wij testen en feedback laten geven op elk niveau van het idee (waarde propositie, pitch, ergonomie, enz.). Het doel van het prototype is om meer inzichten te verzamelen en meer zekerheid te krijgen in de gewenste oplossingsrichting naarmate we vorderen in ons proces. Prototypes hoeven in het begin niet al te uitgebreid te zijn. Sterker nog: hoe simpeler, hoe beter.
Fase 5: Testen
In de testfase stellen we ons opnieuw open voor de gebruikers en doelgroep. Het prototype wordt beschikbaar gesteld aan gebruikers om te valideren of de oplossing daadwerkelijk aan hun behoeften voldoet. Net als in de empathiefase, observeert het ontwerpteam, stelt vragen en verzamelt gegevens en feedback. Zo worden de nodige lessen geleerd om terug te keren naar fase 4 om het prototype te verbeteren en door te ontwikkelen. Het ontwerpteam test iedere keer opnieuw de volgende versie.
3. De 3 best practices die je moet kennen voordat je met Design Thinking start
#1 Het bevorderen van de juiste mindset
Design Thinking is vooral een mindset. We kunnen vertrouwen op tools en methodes. Maar het resultaat zal niet aan de verwachtingen voldoen als we met elkaar niet de basisprincipes omarmen.
Als we andere oplossingen willen, moeten we anders gaan denken. Dit wordt divergerend denken genoemd. Dit moedigt mensen aan om verder te gaan dan bestaande kaders en “outside the box” te denken. Met andere woorden: grenzen op te zoeken en zelfs te overschrijden.
Gerelateerd artikel: Agile maakt je klaar voor de toekomst: het faciliteert het digitale tijdperk dat steeds verandert (in het Engels)
Het is niet altijd gemakkelijk om een stap opzij te zetten en van perspectief te veranderen wanneer je langzaam in een routine terecht bent gekomen. Het is wel iets wat je kunt oefenen en leren. Kijk op ons leercentrum hoe wij kunnen helpen in het verwerven van nieuwe vaardigheden en werken aan de mindset. Externe hulp kan soms nuttig zijn om obstakels uit de weg te ruimen.
#2 Het samenstellen van een multidisciplinair team
Start je met de Design Thinking methode? Betrek hierbij dan mensen met verschillende achtergronden en vanuit verschillende disciplines uit de organisatie. De kans is dan groter op een overvloed aan vernieuwende ideeën en inzichten. Doorbreek organisatorische silo’s door werknemers van verschillende afdelingen van de organisatie samen te brengen. Ga samen op zoek naar de uitdagingen en oplossingen voor klanten, gebruikers, of andere doelgroepen. Diversiteit onder deelnemers zorgt voor verschillende gezichtspunten en inzichten. Kortom: draag zorg voor een multidisciplinair ontwerpteam.
Ons advies om de juiste deelnemers te kiezen zijn: vergelijkbare hiërarchische niveaus, bereidheid, openheid en het vermogen om samen te werken en te co-creëren.
Je kunt inspiratie putten uit leiderschapsstijlen (Engels) om de juiste teamdynamiek te creëren. Dit stimuleert creativiteit en creëert synergiën tussen mensen.
#3 Het cultiveren van de”soft skills” die een goed ontwerpteam bezit
Als Design Thinking een mindset is, en Design Doing eigenlijk een harde vaardigheid, dan zijn “soft skills” minstens even belangrijk om Design Thinking te borgen in een organisatie.
Als we kijken naar een kwalitatief goed ontwerpteam, denken we onmiddellijk aan creativiteit. Maar dat is niet het enige! Deze vaardigheden kunnen ook erg nuttig zijn:
- het vermogen om te luisteren en te observeren: van essentieel belang voor het verzamelen van opmerkingen, geuite behoeften, signalen en het opsporen van problemen;
- empathie: het vermogen om je in iemand anders te verplaatsen en een idee te krijgen van wat hij of zij voelt of bezighoudt;
- bescheidenheid: een houding van ontdekken en nieuwsgierig zijn aannemen, aanvaarden dat je niet alles weet;
- objectiviteit: je niet (te veel) laten beïnvloeden door eigen overtuigingen en cognitieve vooroordelen, maar zo neutraal mogelijk zijn;
- optimisme: in staat zijn kansen te zien en in ideeën te geloven;
- het vermogen tot abstractie: in staat zijn om een oplossing in te beelden die nog niet bestaat, in de conceptuele fase;
- systemische visie: rekening houden met de complexiteit van een onderwerp, de effecten van netwerken en onderlinge afhankelijkheden.
Een verscheidenheid aan ”soft skills” in het ontwerpteam is een waardevolle troef om te promoten. Het handhaven van de cultuur van leren en experimenteren in de organisatie kan het succes van het Design Thinking proces versnellen.
4. De 3 valkuilen om te vermijden bij Design Thinking
#1 Faalangst
Of het nu gaat om Agile of om Design Thinking, de angst om fouten te maken is een voor de hand liggend obstakel voor het slagen. Beide zijn immers gebaseerd op empirisme, een filosofie waarbij kennis in de eerste plaats voortkomt uit ontdekken, ervaring en leren. Falen is deel van het leerproces omdat we leren van onze fouten. Daarom maken we bijvoorbeeld prototypes om zo snel mogelijk feedback te krijgen en inzichten te genereren om van te leren.
In Design Thinking zijn de opeenvolgende fasen van prototyping en testen essentieel. Wacht niet tot het product perfect is voordat je het confronteert met de doelgroep.
Het is hetzelfde idee achter de uitdrukking “fail fast, learn fast”, wat ongeveer betekent: “Vroeg falen om sneller te leren en succesvol te worden”. Aan de andere geldt dus ook dat hoe later iemand faalt en leert, hoe groter de kans dat de mislukking fataal is.
#2 Design Thinking en brainstormen door elkaar halen
Brainstormen is een van de technieken (zeker de bekendste) om ideeën te genereren. Er zijn er echter vele andere zoals: mindmapping, brainwriting, focusgroepen, schaduwen, go to the gemba en storyboards om inzichten en ideeën op te doen. Elke fase heeft zo wel zijn methodes en tools om toe te passen. Het is zelfs een goed idee om de technieken in verschillende workshops te laten variëren. Dit helpt om nieuwe inzichten te verkrijgen en te inspireren.
Het zou een vergissing zijn om de kortste weg te nemen en genoegen te nemen met een post-it-sessie in de hoop een geweldig idee te vinden. Zeker als je vooraf niet de nodige tijd neemt om de behoeften en het probleem volledig te begrijpen. Gevolg: het risico om irrelevant te zijn of de reële verwachtingen van gebruikers te missen.
Vestig de aandacht op het belangrijke voorbereidings- en anticipatiewerk dat nodig is voor de start met Design Thinking. Stel bij elke stap de juiste vragen, houd het doel voor ogen en denk zorgvuldig na over de methoden en tools die het beste bij de situatie passen. Bereik bovendien de workshops en fasen zorgvuldig voor met de juiste input …
#3 Design Thinking opgeven omdat we het beste idee nog niet hebben gevonden
Laten we eerlijk zijn, het is onwaarschijnlijk dat je gelijk tegen hét innovatieve, revolutionaire en winstgevende product, oplossing of dienst aanloopt. Het is tenslotte een empirische methode. Je zult als organisatie waarschijnlijk verschillende fasen van volwassenheid moeten doorlopen voordat je de resultaten ziet:
- het vinden van sponsors die je steunen en deelnemers die overtuigd zijn,
- oefenen met divergerend denken in een proefproject,
- durven en leren te experimenteren,
- verantwoordelijkheid nemen voor het proces,
- het werkwijze verspreiden binnen de organisatie,
- opnieuw beginnen en eerdere ervaringen consolideren …
Zoals blijkt uit een eerder artikel op onze blog, hebben de organisaties van morgen alle belang bij om creativiteit, continu verbeteren en het nemen van initiatief aan te moedigen en zo hun volledige potentieel van de organisatie te ontlokken en te innoveren. Het kost tijd, maar vroeg of laat loont het. Misschien op het moment wanneer je het minst verwacht. Het zou zonde zijn om te vroeg op te geven.
Design Thinking ligt binnen het bereik van iedere organisatie. Maar wel op voorwaarde dat het de juiste mindset heeft of wil ontwikkelen. Je moet de logica van de methode begrijpen en respecteren. Ook moet je ruimte overhouden voor (beginners)fouten en hiervan willen leren.
Bij Wemanity is ons aanbod erop gericht om zowel de gebruikers- als de bedrijfswaarde centraal te stellen in het proces.
Dat doen we met 3 pijlers:
- mensgericht zijn,
- werken in co-creatie met onze klant,
- volgens de principes van Agile,
We kunnen je bij elke stap ondersteunen bij het implementeren van Design Thinking binnen teams. Neem dus gerust contact op om te sparren over jullie uitdaging.